Oogkleppen af, voelhoorns aan. Dat is wat beleggers verwachten van accountants. Voor de klassieke boekhouder die zich beperkt tot controle van de cijfers, is niet langer plaats. Om het vertrouwen van financiële markten te behouden moet de sector veel beter gaan letten op mogelijke fraude binnen bedrijven.
Dat is in het de kort de reactie van de VEB op vragen van de beroepsorganisatie voor accountants over de rol van de accountant bij bestrijding van fraude.
Na een reeks van schandalen spreken accountants al tijden met elkaar over manieren om het vertrouwen van beleggers terug te winnen. Hoe verschillend de debacles bij Imtech, Vestia, Ahold, Econcern, Landis en Innoconcepts ook zijn, steeds bleek de accountant signalen van fraude of malversaties niet, te laat of onvoldoende te hebben onderkend.
Om aan die treurige traditie een einde te maken is snelle actie nodig. Vertrouwen vertrok vroeger te paard, maar inmiddels kunnen beleggers bijna met lichtsnelheid een bedrijf de rug toekeren door hun belang te verkopen.
Om aan die (dreigende) onrust een einde te maken, wil de VEB dat de accountant een echte verdedigingslinie vormt voor aandeelhouders tegen nieuw onheil. De opdracht voor de sector valt in twee delen uiteen.
1. Alert, assertief en adequaat
Laat één ding duidelijk zijn: de primaire verantwoordelijkheid om fraude te voorkomen en signaleren ligt bij bestuurders, commissarissen (vooral de audit commissie) en interne controleurs. Maar van accountants mag verwacht worden dat ze proactief op zoek gaan naar signalen die duiden op fraude of een ongezonde bedrijfscultuur.
Als bestuurders onrealistische verwachtingen wekken, is het aan accountants om hen hierop aan te spreken en zo nodig moeten hun controlewerkzaamheden te intensiveren. Als geen gehoor gevonden wordt bij bedrijfsleiding en commissarissen of de audit commissie niet doortastend genoeg optreedt, dan is een melding bij toezichthouder AFM het geëigende pad.
2. Informeren
Naast daadkrachtig optreden is het van vitaal belang dat beleggers tijdig en volledig geïnformeerd worden over de bevindingen van de accountant. Dat mag een open deur lijken, maar de lezers van jaarverslagen weten dat op dit punt nog het nodige te verbeteren valt.
Accountants moeten erop toezien dat in het jaarverslag frauderisico’s en fraudemeldingen worden gerapporteerd door het bestuur, evenals de maatregelen die genomen zijn om herhaling of escalatie te voorkomen.
Op accountants zelf rust de taak om in hun uitgebreide controleverklaring hun visie te geven over fraude en frauderisico’s bij een onderneming. Ook verwachten beleggers geïnformeerd te worden als de accountant handelend heeft moeten optreden in relatie tot (mogelijke) fraude. Als een accountant zijn controle intensiever maakt, dan is dat voor beleggers relevante informatie.
Hulp gewenst
De financiële markten vragen tegenwoordig misschien wel meer dan ooit van een accountant. Zonder adequate bijstand zal het een onbegonnen karwei zijn voor de controleurs. Accountantsorganisaties moeten accountants alle noodzakelijke hulp garanderen om hun taak zo goed mogelijk uit te voeren.
Of het nu gaat om gebruik van ‘big data’ of inzetten van extra forensische expertise, uiteindelijk zullen de kosten die gemoeid zijn met deze extra middelen en methodes in het niet vallen bij de schade die kan ontstaan als deugdelijk toezicht uitblijft.